De oudste bewoners van Sicilie: De Siculen uit Pantalica en Paliké
Siculen waren immigranten die nog vóór de Trojaanse oorlog, of voor de komst van Grieken of Romeinen, de oorspronkelijke Sicaniërs van een deel van Sicilië verjaagden. Over de Siculen is meer bekend dan over de Sicaniërs, en doordat de eerste historische inscripties van hen zijn, zijn de Siculen in zekere zin de eerste ‘historische’ bewoners van Sicilie.
Pantalica
De Siculische cultuur rondom de doden is interessant. In de buurt van Syracuse is een necropolis, een dodenstad, die waarschijnlijk behoorde aan de Siculiërs. Dit archeologisch park staat nu bekend als Pantalica. Uit de rotsen zijn grafkamers gehakt. Deze necropolis behoort tot het Werelderfgoed van Unesco, samen met het schiereiland Ortygia in Syracuse. De necropolis in ontstaan tussen de 13e en 8e eeuw v. Chr.
Paliké
Ook weten we iets van de religie van de Siculiërs. In de Siculische stad Paliké (nu een archeologisch park op ongeveer 30 km van de stad Enna) waren twee zwavelmeertjes waaraan goddelijke kwaliteiten werden toegeschreven door deze mensen, die dachten dat er goden huisden, de Palici. Bij deze meertjes werd een heiligdom gebouwd, waar een orakel huis hield. Ook konden gevluchte slaven er bescherming vinden en werden er geloftes afgenomen in nabijheid van de goden.
Ovidius en het Siculische heiligdom bij Paliké
De Latijnse schrijver Ovidius noemt een meer in de buurt van Enna op Sicilië. Dit ligt in de buurt van de vulkaan Etna. Dit meer brengt hij in verband met de onderwereld en de cultus van Hades (Pluto) en Persephone (Proserpina). Bij het meertje zou Hades het meisje hebben geschaakt en hebben meegenomen naar de onderwereld. Uit Metamorfosen boek V: Schaking van Proserpina.
Niet ver van Enna’s muren is een meer van grote diepte,
het Pergusmeer. Er klinken volop zwaneliederen,
niet minder dan er op Caysters waterstromen klinken.
Een bos omkranst het watervlak volledig en het houdt
de zonnestralen met zijn blaren, als een tentdoek, tegen.
Takken verschaffen koelte, malse grond voedt tal van bloemen,
Eeuwige lente heerst er op die plek. Als Proserpina
zich daar vermaakt en blanke lelies of viooltjes plukt
en die met meisjesijver in haar rokken en in mandjes
verzamelt – met vriendinnen doet zij wie het meest vergaart -,
wordt ze, haast in één tel, ontdekt, begeerd, geschaakt door Hades!
Zo snel kan liefde gaan. Het goddelijk meisje, doodsbenauwd,
roept huilend naar haar moeder, naar vriendinnen; naar haar moeder
het meest. Zich aan haar kleren rukkend bij de bovenrand
verliest zij de geplukte bloemen uit de losse plooien
en wat een eenvoud blijkt er dan te schuilen in de jeugd,
want dit verlies bezorgt het meisje des te meer verdriet.
Haar rover jaagt het tempo op, hij vuurt zijn paarden aan
door elk bij naam te noemen, doet ze langs hun nek en manen
de teugels voelen die door donker roest zijn aangetast.
Zo gaan ze langs het diepe water bij Palice’s stad
dat zwaveldampend, kokend uit gespleten aarde opwelt;
langs Syracuse ook, dat met twee ongelijke havens
gesticht was door Korinthe, zelf een zee-omspoelde stad.
Dat het mythologisch verhaal een historische kern heeft, is niet onwaarschijnlijk. De meertjes zijn nu verdwenen en opgedroogd, maar er zijn wel schilderijen en foto’s uit het verleden die laten zien dat er daadwerkelijk plassen of meertjes hebben gelegen. Het meer waar Proserpina volgens Ovidius is geschaakt door Hades, is wellicht het meertje waar de Siculen al hun goden vereerden.
Het is ook niet vreemd dat er heiligdommen werden gebouwd in de buurt van vulkanen waar vaak zwaveldampen hingen. Zwavel kan zorgen voor hallucinaties en deze werden gezien als bovennatuurlijk of goddelijk.
Wellicht is Ovidius geinspireerd geraakt door het zien van de oude Siculische tempels en heeft hij aan het Siculische verhaal een Grieks/Romeinse draai gegeven.
Het is werkelijk fantastisch dat je overal in Italie op mooie plekken in de natuur, dit soort oude verhalen tegen kunt komen. Tijd om naar Sicilie te gaan!
Aniek Rooderkerken zegt
Bedankt voor je leuke blog!