De Duizend-en-één-nacht gevel van de San Marco in Venetië
Een kasteel dat niet zou misstaan in een Duizend-en-één-nacht sprookje, zo ziet de gevel van de San Marco in Venetië er uit. Grootse koepels, bogen en torentjes, uitbundige decoraties en gouden mozaïeken geven de basiliek een oosterse mystiek. Vooral in het ochtendgloren ziet de basiliek er sprookjesachtig uit. Weinig doet vermoeden dat het een Rooms-katholieke kerk betreft, met een bloederige geschiedenis. Venetië is dan ook een uitzonderlijke stad en wie de geschiedenis van de stad bekijkt zal deze eveneens uitzonderlijke basiliek een stuk beter begrijpen.

Doges en pelgrims
Meer dan duizend jaar lang was Venetië een stadstaat. Onder leiding van de doge (afgeleid van het Latijn dux, leider) had de stad hoge ambities, vooral op het economische vlak, en concurreerde het met andere steden. De Venetianen domineerden de Adriatische Zee en de stadstaat Venetië werd uiteindelijk een steeds grotere economische bedreiging voor de concurrerende steden Genua en Pisa.
In het jaar 828 stalen Venetiaanse handelaars de relieken van de apostel Marcus uit Alexandrië. In hun moederstad werd een kathedraal gebouwd om de overblijfselen van de heilige Marcus een laatste rustplaats te bieden. Eeuwen later creëerden de Venetianen zelfs de mythe dat Marcus de stichter van Aquileia zou zijn en Venetië bezocht zou hebben. Wie geen rijke voorgeschiedenis heeft moet er een verzinnen. De relieken zorgden er naast status en geschiedenis ook voor dat de basiliek een bedevaartsoord werd, een interessante bron van inkomsten voor de Venetianen.

Rivaliteit met Constantinopel
Constantinopel werd een belangrijke rivaal voor Venetië, als handelsstad maar ook als culturele metropool. In de elfde eeuw startte Venetië hierom met de herbouw van de San Marco, om niet alleen de Sint Pieter, maar ook de Hagia Sophia naar de kroon te steken. De kathedraal van Constantinopel had één grote koepel en de San Marco kreeg er maar liefst vijf. Deze werden in de loop van de twaalfde eeuw door Byzantijnse mozaïekmakers van indrukwekkende (gouden) decoratie voorzien.
De relatie tussen Venetië en Constantinopel verslechterde in 1182, toen in de Byzantijnse hoofdstad een bloedbad werd aangericht onder de Latijnse bevolking en veel Venetianen werden vermoord. In 1204 nam een leger van kruisvaarders en Venetianen de stad in, plunderde deze en nam een enorme buit mee terug naar Venetië. De Basiliek van San Marco (Basilica di San Marco) is dus een met oorlogsbuit en -trofeeën gevuld museum. Ook de vier bronzen paarden op de voorgevel – het originele Quadriga is overigens te zien in de de Loggia dei Cavalli – en het van edelstenen voorziene altaarstuk Pala d’Oro moeten in dat daglicht worden gezien, als roofbuit uit Constantinopel van de Vierde Kruistocht. De San Marco is een religieus monument, met een sprookjesachtige architectuur, maar vooral bedoeld om de Venetiaanse macht en rijkdom te tonen.
Geef een reactie