Op de vlucht voor de pest die in Florence woedt, verlaten in het jaar 1348 zeven vrouwen en drie mannen hun huizen in de stad en begeven zich naar het platteland. Ze nemen hun toevlucht in een statige villa in Fiesole, een stadje in de heuvels rondom Florence. De welgestelde jongeren proberen zich van de pest te isoleren, en trachten door te gaan met hun leven zoals zij het kennen voor de Zwarte Dood uitbrak.
Om de tijd te verdrijven en de gedachte af te brengen van de dodelijke ziekte die al zoveel slachtoffers heeft gemaakt, besluiten ze elkaar verhalen te vertellen. In de veertien dagen dat ze in het buitenhuis verblijven komen honderd verhalen ten sprake. De jongeren vertellen elkaar één verhaal per dag per persoon, met uitzondering van de vrijdag die werd werd doorgebracht met gebed en de zaterdag die de dames besteedden aan hun toilet.

In de veertiende eeuw beschreef de dichter en geleerde Giovanni Boccaccio in zijn meesterwerk de Decamerone honderd novellen (‘nieuwtjes’ in het Italiaans) over de liefde, hartstocht, jaloezie en bedrog, de gruwelijkheden uit de stad op een verre achtergrond houdend. Bij de vertelling door Toneelgroep Maastricht is de bezoeker zich niet bewust van dit raamwerk. Net als de jongeren die zich afsluiten van de pest, heeft de bezoeker de drukte en de zorgen van de stad ongetwijfeld achter zich gelaten toen hij de drempel van ‘it Sibberhuuske’ overstapte. Je hóeft deze gruwelijke achtergrond ook niet te kennen. Je wordt als bezoeker meegezogen door het verhaal en bevindt je er -letterlijk en figuurlijk- middenin. Het decor van de Toscaanse heuvels is ingewisseld voor een veertiende-eeuwse kasteelhoeve in het Zuid-Limburgse heuvelland, die geheel passend bij het verhaal een bouwstijl heeft in de Maaslandse Renaissance. Onder de zoete tonen van Bella Ciao wordt je door de acteurs en actrices meegenomen naar de binnenplaats, waar het publiek gezamenlijk het verhaal ziet van Bernabò en zijn onschuldige vrouw.
Drie welgestelde Italiaanse kooplui discussiëren in een Parijse herberg over huwelijkse trouw en komen tot de conclusie dat hun vrouw tijdens hun afwezigheid haar tijd niet in ledigheid doorbrengt. Alleen de Genuese Bernabò spreekt hoog over zijn deugdelijke vrouw. Proestend gaat de jonge Ambrogiolo met hem een weddenschap aan over de vraag of iedere vrouw te verleiden is, zélfs de schone vrouw van Bernabò. Een verhaal vol bedrog, waarbij deugd en zedelijkheid op de hak worden genomen en dat -zoals vaak deze avond- dramatisch afloopt voor de geliefden.
Nadat het publiek een keuze heeft gemaakt voor hartstochtelijke, perverse of pikante liefde, verplaatst het publiek zich in groepen door de tuin, in schuren en zolders, waar op iedere plek een ander verhaal wordt gespeeld dat altijd over de liefde gaat. We starten bij het intieme verhaal van de jeugdelijke en onmogelijke liefde van Salvastra en Girolamo. De geliefden van ongelijke stand worden van elkaar gescheiden wanneer Girolamo onder druk van zijn moeder naar Parijs vertrekt. Bij zijn terugkeer, hij heeft haar in al die jaren nooit vergeten, vindt hij zijn liefde met een andere man getrouwd. Hij dringt haar huis binnen en sterft aan haar zijde, waarna Salvasta uit liefdesverdriet eveneens bezwijkt.
Na een locatiewisseling zien we het verhaal van de nobele ridders Guilhem en Guilhem. De vrienden zijn onafscheidelijk, tot Guilhem de Rousillon ontdekt dat zijn vriend de minnaar is geweest van zijn eigen vrouw. Hij is zo ontsteld dat hij op vreselijke wijze wraak neemt. Hij vermoord zijn vriend en laat zijn vrouw diens hart opdienen. Als ze verneemt wat ze gegeten heeft, gooit ze zichzelf uit een hoog raam in de diepte en wordt samen met haar geliefde begraven. Ondanks het tragische verhaal weet Toneelgroep Maastricht een humoristisch, verrassend spel neer te zetten.
Vermakelijk is het laatste verhaal van Lisa, wiens geliefde door haar broers is vermoord, nadat deze achter hun liefde kwamen. Haar minnaar verschijnt aan haar in een droom en wijst haar de plek waar hij begraven ligt. Heimelijk graaft Lisa het lijk op, zaagt het hoofd eraf en verbergt het in een pot basilicum, die ze de rest van haar leven liefheeft en waar ze zelfs de liefde mee bedrijft. Het bij Bocaccio belangrijke thema van de waanzin komt hier duidelijk naar voren; de waanzin veroorzaakt door de verliefdheid.
De veertiende eeuwse verhalen worden speels afgewisseld met twintigste-eeuwse Italiaanse chansons die iedereen meezingt; Bella ciao, Torna a Surriento en Amore che vieni, amore che vai. Met de locatie van het Sibberhuuske worden eeuwen overbrugd en is het niet moeilijk om jezelf voor te stellen op het Toscaanse platteland. De Decamerone wordt op enkele meters afstand tot leven gebracht. De honderd verhalen zijn door regisseur Arie de Mol en schrijver Erik-Ward Geerlings verrassend in de vorm van een toneelspel gegoten, met klinkende zinnen en tekst waar Boccaccio jaloers op zou zijn. De Decamerone is berucht om zijn erotische verhalen, pittige humor en spot, die ook in de verleidelijke toneelversie goed naar voren komen. Door het sterk uitvergrote acteren en het wisselen met verschillende locaties wordt een hilarische, speelse en bovenal vermakelijke avond gecreëerd. Zelfs op een regenachtige buitenlocatie weet Toneelgroep Maastricht de zon tevoorschijn te toveren met de speelse en verleidelijke Decamerone. Het verhaal houdt je in de ban en voert je langs alle vormen van de liefde; passionele, eeuwige, bedrieglijke, pikante, perverse, verboden en dodelijke liefde. Want misschien is de liefde nog wel dodelijker dan de pest zelf.
De voorstelling is helaas niet meer te bezichtigen! De voorstelling vond gedeeltelijk plaats in de buitenlucht, en werd in juni 2013 opgevoerd in ‘it Sibberhuuske’, Dorpstraat 78 Sibbe.
Bekijk de trailer op Youtube
Geef een reactie