Aan de noordwestkust van Sardinië ligt het waanzinnig mooie Porto Conte Regionaal Park. Een walhalla voor liefhebbers van natuur, cultuur, en uiteraard ook de Italiaanse keuken. Ik dompel me een aantal dagen onder in dit kleine paradijs en vertel je in deze blog alles over het Porto Conte Regionaal Park op Sardinië.
Ik maakte deze reis op uitnodiging van MEET Mediterranean Experience of Ecotourism. Deze non-profit organisatie werkt samen met natuurparken in het Middellandse Zeegebied om het ecotoerisme te stimuleren en te veranderen hoe toeristen deze parken ervaren. Dit door niet te focussen op ‘zon, zee en strand’ en op bestemmingen die al overlopen van het toerisme. Maar juist wél op unieke en betekenisvolle ervaringen, lokale natuur en cultuur, rustige mediterrane dorpen of steden en beschermde natuurgebieden. Voor mij is dit een unieke en sympathieke manier van reizen: met een positieve impact op de natuur en lokale gemeenschappen. Een uitgebreid verslag van deze reis lees je op de blog Avontuur op Reis.
Alghero, Spaanse stad in Italië
En waar ben ik dan precies? In en om de stad Alghero. Een prachtige stad met een klein historisch centrum waar je heerlijk rond kunt struinen. In de 14e eeuw veroverden de Catalanen-Aragonezen Alghero. Hierom wordt de stad waar ik mijn reis start ook wel de hoofdstad van Catalonië in Sardinië of klein Barcelona genoemd. Struinend door de smalle straten van Alghero zie ik overal de Spaanse invloeden terug. Borden op de gevels van stenen huizen geven de straatnamen in het Italiaans én het Catalaans weer. Zo nu en dan vang ik flarden op van het Alguerès, het dialect dat hier gesproken wordt en dat een mix is van Italiaans en Catalaans. En heel wat gebouwen hebben een onmiskenbare Baskische bouwstijl.



Wandelen naar Cala Barca
Nu is het heel verleidelijk om met een drankje in de hand op een terras te genieten van het uitzicht over zee. Maar het is tijd om Sardinië te gaan verkennen. Al wandelend ga ik samen met Sara Luchetti op zoek naar een van de mooiste plekken op het eiland. Sara werkt al jaren als gids in het Porto Conte natuurpark en wijst mij de weg door het dennenbos en over de rotsachtige kustlijn vol mediterraan struikgewas.
Dan ontvouwt zich een waanzinnig uitzicht. De kliffen van Cala Barca torenen tientallen meters boven het helderblauwe zeewater uit. Dit is een van de mooiste uitzichtpunten van het natuurpark Porto Conte, van Sardinië misschien wel.



Gevangenen en de Kleine prins
Begin deze eeuw was dit gebied trouwens nog geen idyllisch natuurpark. Dit was een nat en moerassig gebied. Gevangenen van de strafkolonie Tramariglio werden aan het werk gezet om het hele gebied te cultiveren. Hier leer je alles over in het museum Casa Gioiosa. Ooit was dit de gevangenis van de strafkolonie, nu loop je hier door de ruimtes waar de gevangenen werden ingeschreven, waar ze aten, ’s avonds de tijd doodden, maar je neemt ook een kijkje in de isolatiecellen. Je leert hoe het natuurgebied langzaam vorm heeft gekregen en hoe het leven van de gevangenen hier was.


Er is ook een kleine zaal gewijd aan De Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupery. De auteur van het beroemde boek woonde korte tijd in de baai van Porto Conte. Maar daarvoor kun je eigenlijk beter een ander museum bezoeken. In de Torre Nuova is namelijk een klein museum gewijd aan de schrijver en aan de periode die hij in Alghero doorbracht. Antoine de Saint-Exupéry vloog als piloot voor de geallieerde Amerikaanse luchtmacht, gestationeerd op het militaire vliegveld van Fertilia. Vanaf hier maakte hij verkenningsvluchten langs de Franse kust om Duitse buitenposten te fotograferen. In de vitrines van het museum bewonder je eerste edities van de boeken van de auteur, maar ook kunstwerken, foto’s en historische documenten.

Fietsen op Sardinië
Ik ben nu op Sardinië met de reisorganisatie Biking Sardinia. Want ik ben niet op pad met een auto, maar fiets op en neer naar de mooiste plekken van het natuurpark. Vanuit een auto is Sardinië natuurlijk ook mooi, maar op mijn tweewieler fiets ik door de bossen op zoek naar de nuraghi. Typische Sardijnse stenen bouwwerken die in de bronstijd op het eiland gebouwd werden. En ik ontdek de single trails, smalle paadjes door het bos die me naar verborgen baaitjes brengen. En omdat het zeewater hier bijna het hele jaar door een aangename temperatuur heeft, kun je hier perfect een duik nemen in het water.

Ik stap weer op de fiets. Zo trap ik op mijn e-mtb omhoog naar de Grotta di Nettuno. De Grotten van Neptunus zijn misschien wel het bekendste plekje van Sardinië, met de verbazingwekkende stalactieten, stalagmieten en een zoutwatermeer. De landtong zelf is de Sleeping Giant van Sardinië. De rotsen hebben inderdaad veel weg van een reus die in het water in slaap is gevallen.

Ontspannen op zee
De slapende reus bewonder je het beste vanaf het water. Vanuit de haven van Alghero vertrekken talloze boottochten die je naar de Grotten van Neptunus kunnen brengen, of die een paar uur rondvaren over het helderblauwe water. Ik stap aan boord van een catamaran, om het natuurreservaat van Capo Caccia te verkennen. Zo nu en dan wordt het anker uitgegooid, waarna ik een duik neem in zee. Of even rondpeddel op een van de SUPboards. Onder me zie ik talloze vissen weg schieten.


Agriturismo Agave Alghero
Uitvalsbasis voor mij is Agriturismo Agave Alghero, aan de rand van de historische stad Alghero. Niet alleen is dit voor mij een heerlijk rustgevend plekje om te verblijven, de agriturismo wordt omgeven door fruitbomen, ook proef ik hier de echte Sardijnse smaken. Toegegeven, de Porcheddu – speenvarken aan het spit – sla ik als vegetariër over. Al wordt er aan tafel heerlijk van gesmuld. Maar ik geniet van de pastaworkshop die Monica en haar dochter Fabienne geven.
Onder de waakzame blik van Monica doe ik een poging om het pastadeeg om te vormen naar verschillende Sardijnse pastasoorten. Malloreddus, een soort Sardijnse gnocchi. Fregola, kleine pastabolletjes gemaakt van griesmeel. Culurgiones, gevulde pasta die net iets te moeilijk blijkt voor mij. Monica rolt ze zonder moeite uit en besluit dat ze de rest van de pasta zelf maakt.



Ook geen probleem. Nu mag ik namelijk genieten van de aperitivo. Met lekkere kazen en het flinterdunne pane carasau, het meest karakteristieke brood van Sardinië. Het wordt ook wel carta da musica genoemd; het is zo dun als een vel bladmuziek. Hierna volgt de zelfgemaakte pasta, heerlijk ijs en fruit uit de boomgaard. Voor wie wil is een likeur. En het mooiste? Over een paar uur staat het ontbijt weer klaar. Een tafel gevuld met de meest heerlijke producten uit eigen tuin.



Dineren in het nationaal park
Sowieso word je hier culinair wel verwend. De laatste avond op het eiland wandel ik door het natuurpark naar de kaap Punto Gigio. Vanaf de 80 meter hoge rots kijk ik uit over de baai van Porto Conte en zie ik hoe de zon langzaam ondergaat boven de Slapende Reus.

Op steenworp afstand ligt de Rifugio di Mare. Een gastenverblijf dat uitkijkt over zee. Hier wacht mij een aperitivo en een heerlijk vegetarisch diner. Je bent echt midden in het park, dus kijk niet vreemd op als er ineens een vos of een wildzwijn voorbij loopt. Je merkt dat je hier echt letterlijk midden in het natuurpark zit. En door de chef word je verwend met courgette met schuim van pecorino, gepocheerd ei met Sardijnse truffel, een panacotta van geitenkaas en met een chutney van amandel en appel. Dat is toch genieten?! Overigens kun je hier ook overnachten.
Het einde van mijn reis door Porto Conte Regionaal Park op Sardinië
En dan zit mijn reis door het waanzinnig mooie Porto Conte Regionaal Park op Sardinië er al op. Ik had er rustig nog weken willen blijven, geen enkel probleem. Maar in deze paar dagen heb ik wel al kunnen proeven van de prachtige natuur, heb ik waanzinnige fietstochten gemaakt, musea bezocht, gezeild door de helderblauwe baaien, geproefd van de Sardijnse keuken. Kortom, ik ben verwend. En mocht jij nog twijfelen over een reis naar de noordwestkust van Sardinië? Boek direct dat ticket!
In het voorjaar en de zomer zijn er een paar keer per week rechtstreekse vluchten naar Alghero. Je kunt ook vanaf Amsterdam met Transavia naar Olbia vliegen en van daaruit naar Alghero rijden. Wil je alle mooie, verborgen plekken zien, dan kun je natuurlijk fietsen op Sardinië! E-mtb’s of andere fietsen huur je bij Biking Sardinia, of je boekt hier een geheel verzorgde reis. Als je wat meer van het eiland wilt zien, is een auto huren op Sardinië een must. Dat kan bij Sunnycars. Overnachten op Sardinië kan bij Agriturismo Agave Alghero. Deze agriturismo met zwembad is een heerlijke plek om te verblijven én is nog altijd in gebruik als boerderij waar fruit wordt gekweekt. Lees in deze blog alvast veel praktische tips voor Sardinië.

Disclaimer: Dit artikel bevat affiliate links. Wanneer je een product koopt of boeking maakt via een van deze links, ontvangt Italië Uitgelicht een kleine commissie zónder extra kosten voor jou.
Geef een reactie