Uitgelicht: het Italië van de Renaissance
We spreken vaak over”Italië”, terwijl het land Italië eigenlijk nog niet eens zo lang bestaat; het werd pas een verenigde politieke entiteit in de negentiende eeuw. Wanneer we spreken over het Italië van de Renaissance, hebben we het eigenlijk over een constant verschuivend mosaiek van staten, waarbij het schiereiland werd beheerst door autocratische heersers. Zo viel Milaan lange tijd onder de heerschappij van de Sforza familie, Urbino onder de Montefeltro, Napels oder de Aragonese, Mantua onder de Gonzaga en ten slotte Ferrara onder de Este, terwijl in de Republiek Florence de de’ Medici het voor het zeggen hadden. Het grootste deel van de tijd nochthans, want zoveel verschillende staten en republieken er waren, zo snel verschoof de macht ook.
Uitgelicht: het Italië van de Renaissance
Hoewel we in de renaissance de term “prinselijke hoven” gebruiken om de machtshebbers en hun hofhouding te beschrijven, waren heersers van deze prinselijke hoven meestal slechts een hertog of markies. De stad Napels had hierin echter een aparte plaats; als Koninkrijk Napels vielen zij onder bewind van een koning. Maar één ding hadden alle staten gemeen; om hun status als heerser en het prestige van de stad te tonen, gaven zij opdrachten aan kunstenaars om dit prestige in schilderijen en beeldhouwwerken te vangen. Kunstwerken waren dus vaak een belangrijke diplomatieke kwestie en de opdrachtegever oefende grote druk uit op hoe de werken er uit dienden te zien. Tot in detail werd vastgelegd hoe de kunstenaar te werk moest gaan; welk onderwerp moest er afgebeeld worden, welke personages hierin moesten worden opgenomen, welke materialen -als bladgoud of lapis lazuli- gebruikt dienden te worden. Het was zelfs gebruikelijk aan te geven op welk kunstwerk het nieuwe werk zou moeten lijken, of welk het diende te overtreffen!
Aan de andere kant werden kunstenaars in de Renaissance niet langer gezien als anonieme ambachtsmannen; men waardeerde hun creativiteit, kunstenaars werden opgenomen in de hofhouding en opdrachtgevers kozen hun kunstenaars uit op basis van het prestige van de reputatie van een kunstenaar.

Maar het betrof hier niet enkel de individuele kunstwerken; van de heersende families werd verwacht dat de paleizen de belangrijke status van de families onderschreven. De hofkunstenaars ontwierpen dus grootse paleizen en indrukwekkende pleinen, en vulden deze met schilderijen en beeldhouwwerken. Ze ontwierpen echter ook gebruiksvoorwerpen, delen van het servies voor de overvloedige banketten die veelvuldig werden gehouden, de weelderige kleding van de hofhouding of de inrichting van de zalen waar de recepties werden gehouden tijdens het verblijf van belangrijke gasten.
Onderstaand de kaart van Italie rond 1494, uit Shepherd’s Historical Atlas 1923.

Geef een reactie