Gastartikel van The Best of Bologna: in het voormalige Joodse getto van Bologna zijn de straten smal en de huizen gekleurd. De wijk is mooi, maar zijn verleden niet.
De Joodse wijk van Bologna vertelt zijn verhaal
Midden in het centrum van Bologna liggen zes smalle stegen die nauw met elkaar verbonden zijn: letterlijk en figuurlijk. In de 16de eeuw woonde hier de Joodse gemeenschap. Op bevel van de paus. Gedwongen. Tegenwoordig huisvest het voormalige getto ambachtslieden, kunstenaars en kun je er wijn drinken. Ook als je niet wil. Net zoals je er vroeger kon wonen. Ook als je niet wilde.
Het Joodse getto heeft zijn eigen regels
‘Geen wijn betekent geen eten’ vertelt eigenaar Valerio ons vastbesloten. Verbaasd kijken we de oudere Italiaanse man aan: ‘Dit is een enoteca en dat je hier ook kunt eten, wil niet zeggen dat je de wijn overslaat’. We zitten buiten aan een van de twee kleine tafeltjes voor de grote groene openslaande deuren van Valerio’s wijnbar. De parasol beschermt ons tegen de brandende zon, maar niet tegen de hitte die blijft hangen in het smalle straatje Via del Carro. Wijn hebben we gisteravond al genoeg gedronken en water is bij een temperatuur van bijna veertig graden de meest aantrekkelijke keuze.
Maar in het voormalige Joodse getto gelden andere regels. In ieder geval onder de parasol van dit kleine wijnbarretje, dat vergeten lijkt te zijn door de rest van Bologna. Tevreden brengt Valerio ons tien minuten later een halve liter rode wijn en drie borden tortellini in brodo, een van de meest bekende gerechten uit de Bolognese keuken. De wijn smaakt goed en we genieten van de stilte. Hoe anders moet het hier geweest zijn in de 16de eeuw, toen alle Bolognese Joden gedwongen werden in de zes straten van het getto te wonen.
Een rustige wijk met rauwe randjes
Tegenwoordig staat het voormalige getto – gelegen in het hart van het drukke middeleeuwse centrum van Bologna – bekend als een oase van rust. In de smalle straten zitten kleine winkeltjes verstopt, en achter de luiken vind je schoen- en kleermakers. Het doolhof van steegjes, straten met kinderkopjes en de vele met graffiti ‘versierde’ muren hebben een grote aantrekkingskracht op ambachtslieden en kunstenaars. Tenzij je verdwaalt – wat hier niet moeilijk is – kun je de wijk zo weer uitlopen: groot is ze bepaald niet.
Maar als je de tijd neemt en goed om je heen kijkt, zijn overal verwijzingen te vinden naar het roerige verleden van dit deel van Bologna. Elk huis heeft een verhaal en de grote hoeveelheid graffiti en bij vlagen doordringende geur van urine verklappen de rauwe randjes van de wijk. Zacht uitgedrukt. Want de smalle straat die dwars door het getto loopt, heet niet voor niets Via dell’Inferno: Weg van de Hel. In de 16de eeuw moet deze wijk voor haar bewoners werkelijk zo gevoeld hebben. In een hoek van het de wijk stuiten we op het Museo Ebraico (Joods museum), waar alle verhalen over de Joodse geschiedenis van Bologna worden bewaard.
Het Joods museum
Een gids is er in het museum niet te vinden, maar de aanwezige bewaker is bereid onze vragen te beantwoorden. Zeker wanneer we Nederlands blijken te zijn en niet Duits (zoals hij dacht). Het verleden is hier blijkbaar nog niet helemaal historie. Maar interessant is deze historie wel. De bewaker – Salvatore genaamd – vertelt het verhaal van een gemeenschap die vanaf de 16de eeuw steeds meer in het nauw werd gedreven. Sinds de 14de eeuw woonden veel Joden in de Via dei Giudei (de Jodenstraat). Op bevel van de paus werd deze straat in 1556 echter onderdeel van een afgesloten gebied waar alle Joden moesten wonen.
Het getto had drie ingangen die constant werden bewaakt. Wachters openden ’s ochtends de poorten en sloten deze weer wanneer het begon te schemeren. De multimedia-tentoonstelling in de vaste expositiezaal voegt beeld en geluid toe aan Salvatore’s verhaal. Even wanen we ons in 1593 en daar word je niet vrolijk van. In dat jaar werden Joden definitief uit de stad verbannen. Meer dan tweehonderd jaar mochten zij Bologna niet in. Pas toen Napoleon de stad in 1795 veroverde, waren zij weer welkom. Tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak.
De waterspuwer die wijn spuwt
Na Salvatore bedankt te hebben, lopen we naar buiten. Ondanks de zachtgele en oranjegekleurde huizen en vriendelijke mensen, komt de wijk – nu we haar verleden kennen – anders over: triester. De graffiti, urine-geur en haar harde verleden lijken opeens de boventoon te voeren. We volgen de Via Valdonica en lopen onder een woning door die over de weg is gebouwd. Volgens Salvatore waren er in de 16de eeuw veel meer van dit soort woningen die de gebouwen aan weerszijden van de smalle straten met elkaar verbonden.
Plotseling staan we op de Via Zamboni: de straat die het hart vormt van het universiteitsdistrict. Overal lopen studenten luid pratend en lachend en op de terrassen is geen tafel meer vrij. Wat een contrast met het wijnbarretje van Valerio. We bevinden ons onder de enige originele poort van de joodse wijk die nog bestaat: de Porta Malvasia. Maar ook hier kunnen we de Italiaanse wijn niet ontlopen: op de poort die bij de woning van de familie Malvasia hoort, is namelijk een waterspuwer afgebeeld. Als iemand van de familie was uitverkoren om vaandeldrager van de stad te worden, spoot de waterspuwer die dag wijn in plaats van water. Aldus de legende.
De huiskamer van Bologna
Om het bezoek aan de joodse buurt af te sluiten zoals we het bij Valerio begonnen, gaan we op zoek naar Camera a Sud, bijgenaamd ‘de huiskamer van Bologna’. Aan de noordkant van het getto stuiten we op dit restaurant met het motto ‘Groot is het geluk van degene met een goede fles, een goed boek en een goede vriend’. Binnen wordt dit motto middels boekenkasten, allerlei verschillende soorten tafels en stoelen, een vissenkom op de bar en her en der verspreide – lege en volle – flessen wijn in praktijk gebracht. De banken zijn bezet door Italianen met een boek of laptop op schoot en een glas wijn of espresso binnen handbereik.
Behalve de locatie in het getto, lijkt niets hier te verwijzen naar het tumultueuze verleden van deze wijk. We nemen plaats op een van de banken met uitzicht op een klein pleintje waar graffiti-kunstenaars blijkbaar graag komen. Hier is in 2002 een Italiaanse politicus vermoord. Het contrast tussen de gezellige bar en het bloedige verleden van dit plein lijkt symbolisch voor het hele getto: op het oog een knusse en vredige wijk, maar met een verleden van opsluiting en verbanning. Beiden zijn echter de moeite waard om te leren kennen. We heffen ons glas: op de wijn van Valerio en de verhalen van Salvatore.
Deze gastblog werd geschreven door Merel Diemont. Meer verhalen over Bologna en haar gerechten zijn te vinden op www.thebestofbologna.com en in de reisgids Wandelen in Bologna.
George Douenburg zegt
Leuke website met goede informatie. Heb je ook info over puglia
Ton zegt
Wat een interessant verhaal en wat een geschiedenis! Had ik deze informatie maar eerder geweten; vorig jaar was ik in Bologna, geen benul van dit alles. Ik ga nog wel eens terug.
Chantal Jacobi zegt
Enkele jaren geleden Bologna bezocht! Zelfs 3 uur doorgebracht in het zeer interessante Joodse museum! ( De bewaker kwam zelfs kijken of ik niet verloren gelopen was!)
Hier krijgt men zeer goede informatie over het Joodse leven en gebruiken in het verleden.
Een aanrader! Jammer van de verwaarloosde buurt. Ch Jacobi
Aniek Rooderkerken zegt
Wat een fijne tip. Dit museum kende ik nog niet, om eerlijk te zijn.