Rubens op Italië Uitgelicht? Hoe dat zo? De Vlaamse barokschilder, tekenaar en diplomaat Rubens was in zijn tijd een van de grootste Italofielen van de Nederlanden en andersom hield Italië ook van hem. In het jaar 1600 vertrok Rubens naar Italië en ging hier in dienst van de hertog van Mantua, Vincenzo I Gonzaga. Rubens werd beïnvloed door de werken van Caravaggio en toen hij naar Florence en Rome afreisde maakte hij kennis met de Griekse en Romeinse kunst en kopieerde werken van de Italiaanse meesters. Uiteindelijk zou Rubens de geschiedenis ingaan als de meester van de naakten en de spreekbuis van de contrareformatie. Dit roept de vraag op hoe de kunstenaar zoveel naakten kan hebben geschilderd in een tijd waar de contrareformatie en de sterk regulerende houding van de kerk zoveel invloed hadden op de kunst en kunstenaars?

Rubens in Italië
Deze twee punten lijken niet samen te gaan, maar na terugkeer uit Italië werd Rubens juist overstelpt met opdrachten, zoals de Triptiek met de Wonderbaarlijke Visvangst voor de Onze-Lieve-Vrouw over de Dijle in Mechelen. Rubens was geïnspireerd door de verschillende versies die Rafael schilderde van de Wonderbaarlijke Visvangst. Rubens had deze bewonderd tijdens zijn verblijf in Italië. De werken van Rafael zijn het perfecte voorbeeld van de Renaissance idealen, met naakte lichamen die zonder scrupules konden worden weergegeven. Let wel, dit was voor het Concilie van Trente (1545-1563), dat als doel had de katholieke kerk van binnenuit te hervormen en haar leer af te bakenen ten opzichte van de protestanten. De besluiten van het Concilie van Trente beïnvloedden echter ook de kunst en in de tijd van Rubens werden beperkingen opgelegd aan de kunstwerken.



Rubens in Mechelen
Ook Mechelen ontsnapte niet aan de beperkingen die de kunst werden opgelegd. Over Rubens Visvangst werden opmerkingen gemaakt over de naaktheid van de figuren en hetzelfde gold voor de Aanbidding der Koningen in de Sint Janskerk in Mechelen. In de zeventiende eeuw werd dit werk bewonderd als zijnde Rubens Meesterwerk, maar alsnog werd de kunstenaar gevraagd om enkele figuren over te schilderen.
De kerkvaders bemoeiden zich echter ook met werken met private doeleinden. De godinnen op Rubens’ Oordeel van Paris, nu in het Museo del Prado, Madrid, werden als te naakt beschouwd. Over de mannen en het kind werd opmerkelijk genoeg niet gesproken. Critici wensten vaak een ingreep in het werk zoals het camoufleren van lichaamsdelen door middel van lendendoekjes. Zo is bij de Venusfiguur in het midden de draperie die zij in haar hand houdt waarschijnlijk later toegevoegd.


Ook op de Christoffel en Christus zijn draperieën toegevoegd, met of zonder toestemming van Rubens. Op voorbereidende studies in de Alte Pinakothek Munchen is de lendendoek bijvoorbeeld niet zo dominant weergegeven.

De Drie Gratiën waren oorspronkelijk geheel naakt afgebeeld. Vanwege de Christelijke bescheidenheid werden kort na de presentatie van het werk de naakten bedekt met sluiers of voiles. Deze leidden tot het toevoegen van lendendoekjes, die overigens later werden weggehaald.
Dit was echter niet de enige mogelijkheid om een werk zedelijker te maken. Doeken werden vaak voorzien van een gordijn, gebruikt om zowel het werk te beschermen, maar ook om het af te schermen voor bezoekers, die onverwacht geconfronteerd konden worden met het werk en de afgebeelde naakten. Rubens’ Laatste Oordeel in Alte Pinakothek, Munchen, toont vele mannen en vrouwen die in de hel storten of opstijgen naar de hemel, een mensenmassa vol naakte lichamen. Ook dit werk werd afgedekt met een doek.

De naakten van Rubens en censuur
Kritieken op de kunstwerken van Rubens en andere kunstenaars leidden tot het toevoegen van geschilderde lendendoeken, het verplaatsen van werken naar minder zichtbare plekken en tot angst bij schilders om te veel naakt af te beelden. Op Rubens lijkt de kritiek weinig invloed gehad te hebben. Sterker nog, hij schilderde steeds explicieter naakte figuren.
Dit betekent niet dat Rubens volledig vrijuit ging. Rubens werd berispt op de naakten op zijn “Oordeel van Paris”, die te naakt waren. Rubens stelde echter dat het naakt essentieel was op de schilderijen. Bij Rubens krijgt de artistieke waarde voorrang op de morele bezwaren. De bepalingen van de geestelijk vaders van de Katholieke Reformatie maakten dat de weergave van het naakt op kunstwerken veranderde. De acceptatie van het naakt hing af van de status van de kunstenaar. Ook Rubens werk werd bekritiseerd, maar ingrepen tijdens zijn leven werden verhinderd. Rubens lijkt zich grotendeels aan de beperkingen en censuur te hebben onttrokken.
Deze blog is en vrije weergave van de lezing ‘Rubensiaans naakt en censuur’ van Karolien de Clippel (Universiteit Utrecht) tijdens de sectiedag van de Onderzoeksschool Kunstgeschiedenis, 450 jaar na het Concilie van Trente: het Concilie en de beeldende kunst, 23 januari 2015 in het Catharijneconvent Utrecht
Geef een reactie