Een literair meesterwerk uit Florence! Een inleiding op de Goddelijke Komedie.
‘Hoogtepunt van de wereldliteratuur’ wordt het genoemd, Dante Alighieri’s Divina Commedia. Naar mijn idee geheel terecht, en natuurlijk ook volgens Dan Brown die zijn Inferno erop baseerde, maar niet iedereen kent het meesterwerk en heeft het gelezen. Het is dan ook een dikke pil waar je niet eenvoudig doorheen komt, inclusief voetnoten heb je bijna 1000 pagina’s te lezen! Voor degenen met minder geduld biedt Italië Uitgelicht een meer beknopte inleiding op het werk.
Inleiding op de Goddelijke Komedie
De Italiaanse dichter Dante Alighieri (Florence 1265 – Ravenna 1321) schreef verschillende werken zoals La vita nuova en De Monarchia. Zijn voornaamste werk is echter wel de Divina Commedia of Goddelijke Komedie. De stad Florence, geboortestad van de dichter, was van groot belang voor het schrijven van dit meesterwerk. In deze stad werd een onderlinge strijd gevoerd tussen de Guelfen en de Ghibellijnen en hiernaast waren de Guelfen die in Dante’s tijd aan de macht waren ook nog onderverdeeld: Dante behoorde tot de Guelfi Bianchi (Witte Guelfen), kreeg een conflict met de Guelfi Neri Zwarte Guelfen) en werd tot een levenslange ballingschap veroordeeld. In ballingschap startte Dante aan zijn meesterwerk (misschien had hij het anders wel nooit geschreven! We mogen Florence dankbaar zijn) dat hij aanvankelijk simpelweg de Commedia noemde, de term voor een werk dat droevig begint en een gelukkig einde kent, in tegenstelling tot een tragedie. De dichter Giovanni Boccaccio gaf het werk in 1360 de eretitel Divina Commedia of Goddelijke Komedie.
De Divina Commedia is een omvangrijk dichtwerk dat vertelt over Dante’s denkbeeldige reis door de drie rijken van het hiernamaals; door de Hel (Inferno), over de Louteringsberg (Purgatorio) naar het Paradijs (Paradiso). De reis zou hebben plaatsgevonden in het Heilige jaar 1300, toen Dante 35 jaar oud was. Tijdens zijn reis werd Dante vergezeld door de Romeinse dichter Vergilius, Dantes geliefde Beatrice en de mysticus Bernardus van Clairvaux. Zij leidden hem door het hiernamaals, dat wordt beschreven in een eigentijds wereldbeeld: de ronde aarde is het onbeweegbare middelpunt van de kosmos en hier omheen wentelen de hemelsferen. De aarde is dan wel het middelpunt van het heelal, maar is ook het verste van God verwijderd. De Hel bevindt zich dan ook midden in de aarde en heeft de vorm van een trechter. Onderin de Hel bevindt zich Lucifer, het Kwaad in eigen persoon.
Hel, vagevuur en paradijs
Het opschrift boven de poort van de Hel meldt de woorden ‘Laat elke hoop varen, gij die hier binnentreedt’. ‘L’asciate ogne speranza voi, ch’intrate’. De atmosfeer is troosteloos en uitzichtloos en Dante praat tijdens zijn tocht met tal van zondaars, wiens verhalen hem grote schrik aanjagen. Wanneer Dante het diepste punt van de Hel heeft bereikt, klimt hij door naar de andere kant van de Aarde: de Louteringsberg op. Hier bevinden zich de berouwvolle zondaars die boete doen voor hun zonde. Hoewel de straffen nog steeds gruwelijk zijn, hebben de zielen hoop; waar de zondaars in het eerste rijk gedoemd zijn daar eeuwig te blijven, kunnen de zondaars op de Louteringsberg na hun boetedoening het Paradijs bereiken. En ook Dante bereikt na zijn tocht over de Louteringsberg het Paradijs, en zijn Beatrice.
Voor veel mensen is de Hel, of het Inferno, echter het meest interessante deel van de Commedia. In de Commedia komen honderden personages naar voren, personages uit de Bijbel bijvoorbeeld, of uit de Klassieke Oudheid. Maar Dante was verbannen uit zijn geboortestad en laat in zijn meesterwerk naar eigen believen mensen uit zijn eigen tijd de revue passeren en plaatst hen in de Hel, op de Louteringsberg of In het Paradijs. Door personen een plaats te gunnen in het Paradijs, of juist niet, laat Dante precies weten hoe hij over hen denkt. Heel wat tijdgenoten en Florentijnen hebben een plaats in de Hel verkregen. Hoe zouden wij nu reageren, wanneer een groot schrijver de Hel beschrijft en hedendaagse politici, bestuurders, tv-personalities en popsterren hierin plaatst?
Zo bevonden Dante en Vergilius zich aan het begin van hun tocht in de derde kring van de Hel, waar tot in de eeuwigheid koude, vieze regen neervalt, vermengd met hagel en sneeuw, en waar de bodem stinkt. Hier wordt de hoofdzonde van mateloze gulzigheid bestraft en worden de zielen gemarteld door het mythologische monster Cerberus. Met zijn drie koppen is hij een voorbeeld van de hier bestrafte gulzigheid; Cerberus vermaakt zich met het villen en vierendelen van de arme zondaars. Eén van de zondaars spreekt Dante aan, en vraagt of die hem herkent. Dit is echter niet het geval en de zondaar vertelt Dante dat hij net als hem in Florence woonde, waar de zonde van afgunst nogal leeft, en men hem Ciacco noemde. Ciacco was een levensgenieter en leefde enkel voor buitensporige gulzigheid, vandaar dat zijn stadsgenoten hem de bijnaam Ciacco gaven, de naam van een varken!
‘Uw stad, die nu haast overstroomt van nijd,’
Zo sprak hij, ’telde mij tijdens mijn leven
Onder haar burgerij: een blijde tijd.
De bijnaam Ciacco bleef daar aan mij kleven,
En door mijn vraatzucht, dat verderflijk kwaad,
Ben ik aan eeuwig noodweer prijsgegeven.
Dante Alighieri, De Goddelijke Komedie, vertaald door Ike Cialona en Peter Verstegen.
Hel canto VI, regel 49-54
stef7sa zegt
Oh, je moet een keer schrijven over dat canto met de regels “De ijslaag die zich om mijn hart bevond/versmolt en kwam als tranen uit mijn ogen”
Italië Uitgelicht - Aniek zegt
Dat spreekt Dante uit als hij boven op de Louteringsberg zijn Beatrice weer ontmoet toch? Goed idee 🙂